donderdag 24 maart 2016

De nacht duurt zo lang



Sil schrikt wakker. Hij heeft een hele nare droom gehad. Zijn hart bonkt in zijn keel. Ook ademt hij heel snel. Net zoals Jelmer uit zijn klas, die heeft, met een moeilijk woord: bronchitis; maar misschien is dat toch niet helemaal hetzelfde.
Hij doet zijn ogen weer dicht maar kan niet meer in slaap komen. Hij is klaarwakker. In de verte slaat de kerktoren twee keer. Hij zucht.
Met omhooggetrokken knieën gaat hij in bed zitten. Zijn knuffel houdt hij stevig tegen zich aan geklemd.
Het nachtlampje laat een hele grote schaduw van zichzelf op de muur zien. Het lijkt net een spook, brrr.

Hij moet weer aan vanmiddag denken. Hoe enorm verdrietig mamma was, en hoe ook hij moest huilen, en dat hij haast niet meer kon stoppen, en natuurlijk aan Fenna, zijn zusje, ze zong: slaap pappa slaap. Maar goed, zij begrijpt het toch nog niet. Hij wel, hij is al bijna negen.

Zijn gedachten worden afgeleid door het geluid van een uil. Hij springt uit bed en tuurt door het raam. Het is midden in de nacht. Een uil ziet hij niet. Wel ziet hij ontelbaar veel sterren. Wauw, zoiets heeft hij nog nooit gezien, want normaal slaapt hij al. En zo lang mag hij nooit opblijven, zelfs niet in de vakantie.

Op school heeft juf Liesbeth verteld dat achter de sterren de hemel is. Dat is een plek waar het altijd mooi is en waar iedereen blij is. Hij zou daar best eens naar toe willen om te kijken. Alleen weet hij de weg ernaartoe niet.

Hij schrikt. Hij draait zich om. Zijn moeder staat in de deuropening. Haar lange blonde haar hangt losjes over haar schouders. Zijn moeder heeft heel mooi haar. Dat vindt hij, maar dat heeft hij nog nooit hardop durven zeggen. Eigenlijk weet hij niet eens zo goed waarom hij dat niet durft. Misschien wel gewoon: daarom niet.

‘Lieverd, wat doe je?
stilte
‘Niets, ik moest alleen steeds denken.’
‘Waaraan?’
Hij haalt zijn schouders op.
Ze komt naast hem staan en legt haar hand op zijn schouder. ‘Mooi hè, al die sterren?’
stilte
‘Geloof jij in God?’
stilte
‘Ik weet het niet... Misschien. Waarom vraag je dat?’
Stilte
‘Zomaar.’

Hij voelt haar warme adem door zijn haartjes blazen. Hij vindt het fijn dat ze zo heel dicht bij hem is. Hij voelt zich naar, en hij is koud en moe.
Morgen is hij vrij van school, dat mocht van Juf Liesbeth. Ze zei vanmiddag ook nog dat ze hem heel flink vond.

‘Mam, mag ik bij jou slapen?’
Stilte
‘Hoe lang sta je hier al?’
‘Weet ik niet. Ik denk wel zooo lang.’ Hij houdt zijn handen zo ver als hij kan uit elkaar.
Ze glimlacht.
Gelukkig, ze glimlacht.
In bed kruipt hij dicht tegen haar aan.
‘Mam? wil je nog een verhaaltje voorlezen?’


© taededraaftdoor 24- 03-2016

Geen opmerkingen:

Een reactie posten