dinsdag 2 juli 2013

Spijt



‘We hebben er wel een puinhoop van gemaakt he?’ zucht Chris. Zijn handen maken een verontschuldigend gebaar boven zijn hoofd.
‘Nee, Chris!’ valt Emma tegen hem uit. ‘Jij.. jij bent degene die er een puinhoop van heeft gemaakt.’
Haar stem trilt. Ze is ziedend. ‘Je bent verdomme meer dan een week weg geweest. Waar heb je in godsnaam uitgehangen?’
Chris haalt zijn schouders op. ‘Ik weet het,’ zucht hij,  ‘ik ben stom geweest.’.
‘Stom!’ schreeuwt Emma. ‘Noem je dat stom? Ik noem dat buitensporig en onverantwoord. Dit keer ben je te ver gegaan.’ Uit frustratie slaat ze een porseleinen kopje van tafel en begint te huilen. ‘We waren vreselijk ongerust,’ snikt ze. ‘Heb je enig idee hoe wij ons de afgelopen dagen hebben gevoeld? Denk toch eens na Chris! Besef je wel wat je ons als gezin hebt aangedaan?’ Hoofdschuddend begint ze heen en weer te lopen. ‘Ik heb geen oog dichtgedaan, ik barst van de koppijn. Kleine Sem liep je overal te zoeken. Hij dacht dat je verstoppertje aan het spelen was, maar kon je nergens vinden. Ik wist niet hoe ik hem stil moest krijgen, hij was ontroostbaar. Wat heeft hij nou aan zo’n vader.’ Ze is even stil. ‘Ik ben notabene zwanger van ons tweede kindje.’
Ze gaat vlak voor Chris staan en kijkt hem recht in de ogen. ‘Wat ben jij toch een laffe arrogante klootzak,’ sist ze.
Hij haalt zijn schouders op. ‘Het spijt me Emma. Het spijt me oprecht.’ Door haar tranen heen ziet hij de angst en het verdriet in haar mooie zachte helderblauwe ogen waarvoor hij jaren geleden is gevallen. Alles wat ze samen hebben opgebouwd lijkt nu, door zijn gedrag, aan een zijden draad te hangen.
‘Spijt komt altijd een fractie te laat, Chris,’ zucht Emma, ‘dat zou je onderhand wel moeten weten. Wat moeten we nou? Zomaar ineens ben je verdwenen, en na een week komt meneer doodleuk binnenwandelen alsof we gewoon verder kunnen met ons dagelijks leventje?’  
‘Nee Emma, dat is niet waar,’ barst Chris nu ook in tranen uit. ‘Niet zomaar, het is… ik bedoel…’ Met zijn handen in zijn haar laat hij zich huilend op de grond zakken. Waarom is hij eigenlijk teruggekomen? Om Emma? Of Sem en Kleine Tirza? Hij weet het niet. Er is teveel gebeurd de laatste tijd, met als dieptepunt, het plotselinge overlijden van zijn allerbeste vriend.
‘Ik ben een vreselijk iemand, hè?’ stamelt Chris tussen zijn tranen door. Er klinkt wanhoop in zijn stem.
‘Dat zeg ik niet. Maar je hebt hulp nodig, Chris. Dit gaat zo niet langer.’
Hij zucht. ‘Je hebt gelijk.’
Medelijdend kijkt ze toe hoe hij aangeslagen berouw toont.  
‘Ik hou van jou, Emma, gun me nog een nieuwe kans.’
Wat er volgt is een lange stilte. Uiteindelijk gaat ze door haar hurken voor hem zitten en strekt haar hand uit. ‘Kom,’ zegt ze tenslotte, ‘we doen het samen.’
Aarzelend legt hij zijn hand in de hare waarna ze huilend in elkaars armen vallen.

© taededraaftdoor 02- 07-2013

Geen opmerkingen:

Een reactie posten