zaterdag 19 november 2016

Lief dagboek



Vandaag ben ik opnieuw gepest. Stiekem hoopte ik dat het een keer afgelopen zou zijn, maar niets bleek minder waar. Misschien had ik beter moeten weten. Pesten kent nou eenmaal geen genade, alleen verliezers.
En zo voel ik mij ook: een verliezer. Ik voel me alleen, buitengesloten, minderwaardig, onzeker, verdrietig. Ik ben bang en ik slaap slecht. Op school haal ik slechte cijfers. Soms durf ik zelfs niet eens naar school, omdat ik... gadver, ik voel me rot.
Ik weet nog toen ik voor het eerst werd gepest. Dat was op mijn zesde verjaardag. Ik mocht trakteren en liep de klas rond met lekkers toen iemand mij liet struikelen. Alle blokjes kaas lagen op de grond. Iedereen lachte, de juf ook. Ik ben toen keihard weggerend. 
Het ergste wat mij is overkomen, was toen ze mijn schooltas in brand hadden gestoken. Dat gebeurde op het schoolplein. Iedereen stond in een grote kring te kijken hoe ik probeerde het vuur met mijn jas uit te slaan. Meester Bram heeft het ook gezien, ik weet het zeker, maar hij keek expres de andere kant op en deed niets. Mijn ouders waren toen heel kwaad op mij. Het waren hele dure boeken en de jas had ik net nieuw. Ze geloofden mij niet eens. Ik heb een maand huisarrest gehad. Alsof dat me wat kon schelen. Ik ging toch nooit uit.
Wanneer ik voor de spiegel sta, walg ik van mijzelf. Ze hebben gelijk, ik lijk op een trol. Ik ben nu vijftien jaar en ik heb nog nooit een vriendje gehad. Wat wil je ook met zo’n hoofd.
De enige aan wie ik alles durf te vertellen is aan Beer. Beer begrijpt mij. Bij Beer durf ik te huilen. Goed, het is een knuffel, maar toch. Beer is mijn beste vriend.
Weet je, ik heb eens een voodoo pop gemaakt en er toen heel vaak met een schaar in geprikt. Ik riep steeds de naam van Paula, de grootste pestkop in mijn klas. Ik riep telkens dat ze dood moest gaan. Ik weet dat dat heel erg is. Ik heb er ook spijt van dat ik zulke gedachten heb. De volgende dag was Paula niet op school. De dag daarna ook niet. Ook de dag dáárna was ze niet aanwezig. Na ongeveer een maand was ze er weer. Niemand wist precies wat ze had gehad. Ze heeft mij daarna in ieder geval nooit meer gepest. Schijtebak!  
Laatst hebben ze mijn mobieltje afgepakt en het in de goudvissenkom in de kantine gegooid. Ik was erg overstuur en kon mijzelf niet goed beheersen. Ik heb de goudvissenkom gepakt en hem op de grond gegooid. Het gaf een hele harde knal. Alle vissen lagen op de grond te spartelen. Mijn mentor vond dat ik iets heel ergs had gedaan en dat ik daar de gevolgen van onder ogen moest zien. Ik ben een week lang geschorst geweest van school. Dat mijn mobieltje kapot was kon blijkbaar niemand iets schelen. Stomme k#t vissen.
Iedereen is tegen mij. 
Laatst heb ik een scheermesje van mijn vader gepakt en het op mijn pols gezet... …ik durfde het niet.

© taededraaftdoor 19-11-2016

Geen opmerkingen:

Een reactie posten