vrijdag 27 mei 2016

Naakte man



Mijn zoontje zag voor het eerst in zijn leven een ‘vreemde’ naakte man.
Dat gebeurde in de meivakantie. We hadden een huisje gehuurd in de bossen van Drenthe. Volgens een vriend: The place to be, voor ‘wild spotting’ wat, tussen haakjes, een liefhebberij van ons is.
Omdat mijn zoontje dolgraag een eekhoorn wilde zien, zouden we samen een keer vroeg op pad gaan. Zo gezegd zo gedaan. Ik had voor de gelegenheid broodjes gesmeerd, die we onderweg ergens zouden gaan opeten. Ook had ik beloofd ’s nachts broodkruimels te strooien wat de kans op het zien van zo’n diertje extra zou vergroten. Enthousiast stak hij voor het slapen gaan zijn duim op, hij vond het geweldig.  
Hoopvol, zat hij de volgende ochtend vroeg achterop de fiets, met zijn verrekijker in de aanslag, wachtend op wat zou gaan komen.  
We waren nog maar net weg of hij meende er al eentje te zien.
‘Daar papa! Kijk dan!’
‘Je hebt je vast vergist,’ zei ik.
‘Nee!’ zei hij stellig. ‘Je kijkt ook niet.’
‘Hoe zag ie er dan uit?’ vroeg ik
‘Dat weet ik niet meer,’ gaf hij toe.
‘Zie je nou wel.’
‘Je bent gewoon jaloers omdat ik er wel eentje heb gezien, en jij niet.’
We reden nog wat rond, maar de pluimstaartjes hielden zich verdacht schuil.
Plotseling hoorden we iets kraken. We keken geconcentreerd in de richting waar het geluid vandaan kwam. Ineens dook vanuit het bos een spiernaakte man op. Hij huppelde kris kras heen en weer, en maakte allemaal gekke bewegingen. 
‘Papaaa!’ riep Luuk. ‘Een naakte man!’ Hij begreep er niks van. Ik evenmin. Ik pakte mijn fotocamera en maakte een foto.
Dat zag de naakte man ook, waarna hij, wild gebarend, onze richting op kwam. Hij was duidelijk ‘not amused’.
‘Hij komt hierheen!’ schreeuwde Luuk. ‘Je moet wegfietsen. Ik ben bang.’
‘De fiets doet het niet,’ loog ik.
De naakte man kwam pal voor ons staan. Hij had alleen schoenen aan. Zijn lichaam zat onder de tatoeages en andere versiersels. Het was een bijzondere bezienswaardigheid, zo vroeg in de ochtend.  
Ik vroeg mij af waar hij vandaan kwam. Misschien had hij hier wel ergens geslapen. Of wie weet, woonde hij in een of ander hol. Er lopen tegenwoordig wel meer gekken rond.    
Luuk staarde vol verbazing naar zijn 'slinger' waar een grote ijzeren ring doorheen prijkte. Ik kon mijn lachen amper inhouden.
Op mijn vraag wat de bedoeling was van dit onsmakelijke tafereel probeerde hij in volstrekt onverstaanbaar taalgebruik mij iets duidelijk te maken. Er was geen touw aan vast te knopen, hij was duidelijk onder invloed van iets.
Even opmerkelijk als hij verscheen, verdween hij ook weer in het bos.
Op de terugweg zat Luuk boordevol vragen, voornamelijk over 'de slinger met de ijzeren ring'. Waarom ik dat niet had, en of hij er later ook eentje moest?
Toen ik hem thuis weer van de fiets tilde, zei ik: ‘Vertel dit maar niet verder, want de kans is groot, dat straks niemand jouw verhaal gaat geloven.’ 
Hij knikte.
Maar gelukkig hebben we de foto nog.

© taededraaftdoor 28- 05-2016

Geen opmerkingen:

Een reactie posten