Soms, als het even niet zo goed met mij gaat, verdwijn ik naar mijn hok. Het
is niet meer dan een houten schuurtje achter in de tuin van zo’n vier bij vijf
meter.
Door de jaren heen heb ik het helemaal opgeknapt. Het is geïsoleerd, voorzien
van elektra, er is een houtkachel geïnstalleerd en de vloer is voorzien van
robuuste eikenhouten planken.
Voor het raam, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over de weilanden en
waar je op mistige ochtenden reeën als spookachtige gedaantes voorbij ziet dansen,
staat een bureau, een erfstuk van mijn grootvader, waar ik veel aan zit te
schrijven aan verhalen als deze.
In de hoek staat een bank. Ernaast staat een krukje waarop een stapeltje boeken ligt van mijn favoriete auteurs: Mirjam Mous, Arthur Umbgrove, Rachel
Joyce en Paul van Loon. Sommige boeken heb ik wel vijf keer gelezen. Ach, niet
alle details zijn even belangrijk.
In de hoek naast de deur staat mijn gitaar. In een ver verleden maakte ik
deel uit van een punk achtig rock bandje. Aan de wand prijkt een foto uit die
tijd. Vijf jongens met gekleurde haren die geloofden in idealen om de wereld wat mooier te maken. Wat zou er van iedereen zijn geworden? Geen idee, we hebben
elkaar zeker vijfentwintig jaar niet gezien. Ik denk er soms met weemoed
aan terug.
Verder staat er een koffiemachine, een koelkast en hangt er een dartbord.
Meer heb ik niet nodig om de dag te kunnen overleven.
Soms komen er vrienden langs. Dan drinken we een pilsje of een glas
wijn en voeren we gesprekken over wat het leven zoal heeft te bieden, of misschien vaak
ook niet. Vaak tot diep in de nacht. Andere dagen ben ik er alleen en mijmer ik
over van alles en nog wat of luister ik naar muziek. Soms sluit ik mijn ogen en maak dan reizen in mijn hoofd. Meestal naar Scandinavië of soms gewoon naar een Waddeneiland. Ik ben een dromer.
In mijn hok is geen internet en ook geen tv. Bewust. Ik houd er niet van
om de godganse dag met een mobieltje voor mijn snufferd de hele wereld in de gaten
te moeten houden. Ik zal wel ouderwets zijn.
Onlangs heb ik mijn eerste penseelstreken op doek gezet. Het lijkt
nergens naar maar ik vind het geweldig om te doen. Heel eventjes verlies ik mijzelf
dan in de tijd. En dat is volgens mij juist waar het in het leven om draait. Dat
je juist die dingen doet waar je hart naar uitgaat.
Mijn hok. Mijn paleis. Hier kom ik tot rust. Hier is geen afleiding. Hier
doe ik gewoon mijn ding. Hier lig ik te dromen. Hier ben ik gelukkig. Hier ben
ik wie ik graag wil zijn. Hier hoef ik mij niet te bewijzen. Hier ben ik een
koning; in mijn eigen paradijs!
© taededraaftdoor 19-
07-2019
Taede, ga je wel een beetje op tijd naar bed?
BeantwoordenVerwijderen