Het moment dat ze weer bij bewustzijn kwam ging gepaard met een
misselijkmakend gevoel dat zich, vanuit haar onderbuik, langzaam meester van
haar maakte. Ze proefde de smaak van bloed in haar mond. Een wirwar van
gedachten omstrengelde en benauwde haar alsof iets of iemand haar in een
wurggreep hield en de laatste restjes zuurstof langzaam uit haar longen perste.
Wat was er in hemelsnaam gebeurd? Door een waas van mist meende ze
zwaailichten waar te nemen. Ergens in de verte hoorde ze een sirene. Iemand schreeuwde.
Er werd met een voorwerp tegen metaal gebonkt. En haar hoofd, haar hoofd deed
vreselijk pijn. Ze probeerde zich te bewegen maar dat lukte niet. Iemand scheen
met een licht in haar gezicht.
Droomde ze? Piepende banden gevolgd door een enorme knal was het enige
wat ze zich kon herinneren. Alles duizelde en voor ze er erg in had werd alles opnieuw
zwart voor haar ogen.
Hallucineerde ze of was het echt? Ze begreep er niets van. Ze leek uit
haar lichaam te zijn getreden en zweefde ergens boven de bomen. Ze schrok van
wat ze zag en besefte dat ze bezig was dood te gaan. Haar auto was van de weg
geraakt en tegen een boom gebotst. Hulpeloos zag ze zichzelf in het autowrak
zitten terwijl hulpdiensten probeerden haar uit haar benarde positie te
bevrijden.
Ze schreeuwde, maar niemand hoorde haar. Blijkbaar bevond ze zich in een andere
dimensie. Ze schreeuwde nogmaals en nogmaals; het had geen zin.
Ze zag hoe brandweermannen haar auto openknipten, hoe ambulancepersoneel
haar op een brancard legden en meteen begonnen met reanimeren.
Plotseling was ze weer terug in haar lichaam en opende ze haar ogen. Schimmen
bewogen zich traag heen en weer. De stemmen die ze hoorde waren vervormd alsof ze
onherkenbaar wilden blijven. Dit kon beslist geen droom zijn, dit was echt wat
er met haar gebeurde. Ze raakte in paniek. Ze wilde zo ontzettend graag naar
huis, naar haar man en haar twee kinderen. Mijn engeltjes, dacht ze. ik zal ze nooit
weer zien. Ze wilde gaan huilen, maar iets weerhield haar ervan.
Opnieuw begon ze te zweven. Alleen ging het deze keer gepaard met ontelbare
fragmenten uit haar leven die zich razendsnel achter elkaar op haar netvlies afspeelden.
Het was alsof ze alles tot in detail herbeleefde, en het gekke was dat ze er geen
controle over had. Ze ervoer een sterke innerlijke rust over haar
komen, een rust welke ze nog nooit eerder had gevoeld.
Wat er
volgde was een serene stilte; zo mooi, zo puur, zo vredig, alsof ze er bijna mee
leek te versmelten.
Er
openbaarde zich een stralend helder wit licht. Ze had nog nooit zoiets moois
gezien. Ze werd er als het ware naar toe gezogen. Het vreemde was dat ze het niet
alleen zag, ze kon het zelfs proeven. Haar zintuigen leken naar een hoger
niveau te zijn gestegen. Toen hoorde ze vanuit het licht een stem die haar naam
riep. Ze zag haar moeder staan. Haar moeder, die jaren gelden al was overleden
stond nu ineens voor haar. Ze straalde en lachte. Ineens drong het tot haar
door; ze had het leven op aarde losgelaten. Haar moeder glimlachte en reikte
haar de hand toe. Ze hoefde niet na te denken, ze had geen gedachten meer,
alles leek te zijn gewist.
Ze strekte ook
haar hand uit en legde die in die van haar moeder. Het was goed zo. Samen liepen
ze het licht tegemoet. Het mooiste licht van waaruit de prachtigste klanken
klonken.
© taededraaftdoor
27- 08-2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten