zondag 13 maart 2022

Bange dagen

Ik zit dicht tegen mijn vader aan. Hij houdt zijn handen voor zijn gezicht. Hij huilt. Ik heb mijn vader nog nooit zien huilen. Ook niet toen hij zijn arm had gebroken.
De ogen van mijn moeder zijn gesloten. Alleen haar lippen bewegen. Ik denk dat ze bidt. Maar mijn moeder is nog nooit in de kerk geweest, dus ik denk niet dat God naar haar luistert.
Mijn zusje Liv, likt van haar lolly. Zolang ze kan snoepen, vergeet ze alles wat er om haar heen gebeurt. Gelukkig maar.
 
Toen het luchtalarm ging, moesten we snel een veilige plek zoeken waar de gemene mensen ons niet zouden kunnen vinden. Onderweg hoorde ik knallen en in de verte zag ik zwarte rook boven de huizen.
Mijn vader zegt dat de gemene mensen ons pijn willen doen en dat ze de baas over ons willen spelen.
Ik begrijp er niets van. Waar komen die gemene mensen dan vandaan? Ik ken helemaal geen gemene mensen. Nou ja, misschien oom Stefan dan. Die heeft zoveel ruzie gemaakt met tante Elsa, dat ze niet meer samen kunnen wonen.

Vannacht heb ik in mijn broek geplast. Er waren heel veel harde knallen. Ik had mijn handen tegen mijn oren, maar dat hielp niet.
Voor vuurwerk ben ik nooit bang, maar dit was wel duizend keer harder. Ik schrok wakker en toen moest ik huilen. Het was heel eng en ik was bang.
Nou ja, toen heb ik… je weet wel.

Ik voel in mijn broekzak en haal er een kleverig snoepje uit. Er zitten allemaal vieze dingetjes aan. Haartjes, pluisjes en zand.
Mijn maag rommelt want ik heb al een paar dagen bijna niets gegeten. Mijn oma zegt, dat wanneer ik iets vies vind, bijvoorbeeld vieze stink spruitjes, ik aan iets lekkers moet denken. Dan valt het wel mee.
Ik weet niet waar mijn oma nu is. We konden haar nergens vinden toen we moesten vluchten voor de gemene mensen. Misschien is ze wel dood en zie ik haar nooit weer. Arme oma.
Ik stop het snoepje snel in mijn mond en probeer aan pannenkoeken met stroop te denken.

Ik hoef niet naar school, maar ik weet niet of ik dat nou mooi vind of juist niet.
Gisteren zag ik een tank door de straat rijden. Er zaten soldaten op met schietgeweren. Ik heb snel de andere kant opgekeken. Als ik iets niet zie, dan bestaat het in mijn hoofd ook niet.
Mijn moeder zegt dat we misschien met vakantie gaan naar een ander land waar geen gemene mensen zijn.
Ik ben heel erg boos op de gemene mensen. Ze maken alles kapot.
Ik wou dat ik Superman was!

Het stinkt hier naar poep en plas.
Mensen huilen.
Ik mis ons huis. Ik mis mijn kamer. 
Ik wil terug! Ik wil met mijn LEGO spelen.
Ik hoor een vliegtuig.
Ineens is er een explosie.
Het voelt als een aardbeving.
Ik schrik.
Alles trilt. 
Er komt zand uit het plafond.
Iedereen begint te schreeuwen. 
Liv huilt.
Er komt nog zo’n aardbeving…
Het licht gaat uit.
Ik ben bang! Heel erg bang!
Help!
Dan voel ik de hand van mijn moeder. 

© taededraaftdoor 13- 03-2022

 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten