Er hingen
slingers en ballonnen. Zelfs haar stoel was versierd. Als vanzelfsprekend kreeg
ze een feesthoedje op, dat hoorde er nou eenmaal bij.
Bij het
ontbijt werd ze door iedereen gefeliciteerd en werd er uitbundig lang zal ze leven voor haar gezongen. Van
ganser harte hoopte ze dat dat niet zo mocht zijn. Het was toch ook wel een
keertje mooi geweest.
Ze dronk thee
met een klontje kandij, er was taart en nog meer lekkers. En zoals dat hoort
bij iemand die jarig is, mocht ook zij de kaarsjes uit gaan blazen. Ze blies de
longen uit haar lijf… het lukte haar niet.
Ze kreeg
cadeaus: zeep, sokken, bloemen, parfum, iemand had zelfs chocolaatjes meegebracht.
Ze voelde zich verwent.
Er kwam
visite. Ze stond in het middelpunt van de belangtelling. Ze kende weliswaar niet
iedereen, of toch wel? Ze wist het allemaal
niet meer zo goed. Het moest haar leeftijd zijn die af en toe roet in het eten
gooide.
Vroeger had
ze daar nooit last van gehad. Haar hele leven was ze onderwijzeres geweest. Ze
wist altijd alle namen van alle kinderen uit haar hoofd. Misschien moest ze
toch maar eens naar een dokter.
Haar
achterkleinkinderen wensten dat ze maar een oud vrouwtje mocht worden. Ze moest
er hartelijk om lachen, ze hield wel van een grapje op zijn tijd.
Af en toe
vroeg ze aan de zuster wat al die mensen eigenlijk deden? het was zo druk, was
er soms iemand jarig?
Een accordeonist
kwam een paar vrolijke liedjes spelen. Een journalist maakte een foto van haar, voor in de krant. Ze werd nog eens beroemd.
Zelfs de burgemeester kwam op visite. Het moest toch niet veel gekker worden. Zou zijn vrouw hier soms ook wonen? dacht ze. Ze begreep er niets van. Maar al die aandacht, ze fleurde er zichtbaar van op.
Zelfs de burgemeester kwam op visite. Het moest toch niet veel gekker worden. Zou zijn vrouw hier soms ook wonen? dacht ze. Ze begreep er niets van. Maar al die aandacht, ze fleurde er zichtbaar van op.
’s Middags
kreeg ze een advocaatje met slagroom. Ineens wist ze het weer, het was zondag, hoe
kon ze dat nou vergeten. Zondags kreeg ze immers altijd een advocaatje. Vaste prik.
’s Avonds mocht ze kiezen wat ze graag wilde gaan eten.
Patat! Ze was er altijd gek op geweest. Ze at hooguit tien stukjes. Ze bedankte
voor het toetje. Ze wilde graag naar haar kamer. Ze was moe. Bovendien moest ze
nodig haar kinderen eens bellen, ze had zo lang niets van ze gehoord.
O ja, ze moest niet vergeten haar medicijnen in te nemen.
Vroeger had ze altijd een afkeer tegen medicijnen gehad, nu kreeg ze er
zoveel dat ze niet eens precies wist waarvoor ze ze allemaal innam.
Ze keek in de spiegel. Ze zag de vele rimpels, haar dunne grijze haren. Ze
leek op haar moeder.
Uitgeput lag ze in bed. Het was een dag om nooit te vergeten. Vandaag was
ze honderd jaar geworden.
© taededraaftdoor 18-
02-2017
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenHeel mooi Taede, ontroerend en confronterend tegelijk.
BeantwoordenVerwijderenPrachtig! Ontroerend.
BeantwoordenVerwijderenHeel treffend geschreven.